Schemafocused Therapie
Bij schemagerichte coaching wordt er naast 'Anders denken/CGT' aandacht besteed aan 'anders voelen'. Er kan namelijk sprake zijn van patronen van gedachten en emoties die vaak samengaan, waar je anders mee om wilt gaan en waarbij de automatisch opgeroepen emoties zo'n belangrijke rol spelen dat verandering op dat niveau noodzakelijke aanvulling is voor verandering.
Schema’s en modi zijn concepten uit de schemagerichte therapie/coaching welke handig kunnen zijn voor inzicht én verandering van (hardnekkige) patronen. Schema’s zijn in deze context bepaalde patronen van gedachten, gevoelens en gedrag die – vaak zonder dat je het door hebt – vaak terugkeren in jouw dagelijkse leven. Op het moment dat er een bepaalde trigger is die voor jou (vaak zelfs onbewust) gelinkt is aan een onbevredigde emotionele basisbehoefte in de kindertijd, kom je in een bepaalde modus terecht. Modi zijn een soort van toestanden van emoties en coping-reacties. Veelal reageer je dan automatisch op de manier die ‘vastgelegd’ is in jouw patroon; je kunt bijna niet anders. Er zijn kindmodi, beschermingsmodi, oudermodi en er is de gezonde volwassene modus.
Er zijn een 18-tal patronen die vaak voor blijken te komen en een naam hebben gekregen. Ik leg het ook wel uit als dat het een bepaalde bril waardoor je naar de wereld kijkt en die je (haast) niet afgezet krijgt. Voor jou ziet de wereld en op die manier uit en dat komt doordat je dat zo geleerd hebt in de kindertijd. Bijna al je (patronen van) gedachten, gevoelens en gedrag zijn aangeleerd door (informatie en reacties door) opvoeding, ervaring, belangrijke anderen en de omgeving. De thuissituatie is hierbij het meest relevant. Bij patronen/schema’s die een probleem vormen in je leven, is het idee dat er wat mis is gegaan in de bevrediging van je emotionele basisbehoeften in de kindertijd en dat kan zijn dat je ergens een tekort aan hebt gehad of dat je dat zo ervaren hebt. Het zijn universele behoeften. Iedereen heeft ze, zij het dat sommigen sterke behoeften hebben dan anderen. Op het moment dat je als kind tekort komt in een van deze behoeften, ga je je aanpassen op een van de volgende drie manieren: (1) door de behoefte (en situaties die deze behoefte oproepen) uit de weg te gaan (vermijding), (2) door toe te geven aan het gemis en de daarbij behorende pijn door situaties wel op te zoeken (overgave) of (3) door je te verzetten tegen de behoefte en het tegendeel te bewijzen alsof er helemaal geen sprake is van een tekort (overcompensatie). De manier die je je als kind eigen maakt, blijft ook vaak in het volwassen leven terugkeren. Soms lukt het je er van een afstand naar te kijken en te zien waar je heftige reactie vandaan komt; soms niet omdat je geen idee hebt dat het jouw bril, jouw patroon is dat je aangeleerd hebt en weinig te maken heeft met de ander op zo’n moment. Het kan handig zijn om samen met iemand zo’n situatie uit te pluizen en te zoeken naar waar het vandaan komt. Voor een psychische gezondheid wil je op een aangepaste manier in deze behoeften kunnen voorzien.
Het gaat om de volgende 5 basisbehoeften: | het gevolg van het niet bevredigd worden van de behoefte: |
---|---|
1. Veilige hechting aan anderen (veiligheid, stabiliteit, koestering en acceptatie) | onverbondenheid en afwijzing |
2. Autonomie, competentie en identiteitsgevoel | verzwakte autonomie en verzwakt functioneren |
3. De vrijheid om je eigen behoeften en emoties te uiten en na te leven | gerichtheid op anderen |
4. Spontaniteit en spel | overmatige waakzaamheid en inhibitie |
5. Realistische beperkingen en zelfbeheersing | verzwakte grenzen |
Maak jouw eigen website met JouwWeb